
Vuil Geld Persvoorstelling
|
Jeroen Kuypers
Welkom dames en heren,
Ik heb me wel eens afgevraagd: is een dokter die op pensioen gaat een ex-dokter? Het antwoord is natuurlijk ‘ja’ en ‘nee’. Hij zal uit zichzelf geen diagnoses meer stellen en medicijnen voorschrijven, maar zodra iemand in nood is vanzelfsprekend wel professionele hulp verlenen. Volgens mij is het met een gepensioneerde accountant niet anders. Bob Mendes was al jarenlang accountant af toen het faillissementsdrama van Lernhout & Hauspie zich ontrolde. Ongetwijfeld zal hij gedacht hebben: “blij dat ik daar niet de revisor ben geweest.” Om daar onmiddellijk aan toe te voegen: “Maar ik zou er wel graag een blik in de boeken hebben willen werpen.” Ik stel me zo voor dat overal in België grijze ex-accountants met de ruggen samenzweerderig voorovergebogen in een restaurant of een herensociëteit met elkaar het bankroet van de Belgische eeuw hebben besproken.
En stuk voor stuk zullen ze op een bepaald moment hebben verzucht: “Ik zou er toch wat voor over hebben gehad een blik achter de schermen te kunnen werpen, hoewel ik denk” – opgestoken vinger – “dat ik precies weet hoe ze het geflikt hebben.” Maar er is maar één ex-accountant in dit land die zijn bevindingen op papier heeft gezet, die niet alleen de boekhoudkundige trucs maar ook de gedachten en de daden die tot het toepassen van die trucs hebben geleid heeft onderzocht, en die ex is Bob Mendes. Eens een accountant, altijd een accountant, ook zit hij allang geen cijfers meer op papier maar woorden.
Het hoe van het schandaal dat de kern vormt van L & H is onderhand inderdaad bekend: opgeblazen omzetcijfers van buitenlandse dochterondernemingen. Jo Lernout en Pol Hauspie waren niet de eersten of de enigen die hun toevlucht namen tot de geldcarrousel.
De Nederlandse grootgrutter Ahold deed ongeveer hetzelfde door de winsten van buitenlandse dochters waarvan hij slechts voor vijftig procent aandeelhouder was voor de volle honderd procent in de boeken te zetten en het Amerikaanse Enron deed in omgekeerde zin hetzelfde, namelijk door verliezen te verdonkeremanen in de dochtermaatschappijen. De slachtoffers waren vooral de kleine beleggers: de duizenden werknemers van Enron die hun pensioen in aandelen van het bedrijf hadden belegd, de duizenden middenstanders en familieleden in en om het West-Vlaamse Ieper die hun laatste spaarcent in Lernout & Hauspie staken. Anderen, daarentegen, verdienden grof geld aan de beurscapriolen van deze gebakken luchtacrobaten.
Bill Gates bijvoorbeeld was een van degenen die met een groot deel van de werkelijke buit van het Ieperse softwarebedrijf ging lopen, namelijk de revolutionaire spraaktechnologie. Ik was enkele jaren geleden in de gelegenheid Jo Lernout te interviewen en hij vertelde dat hij nog geregeld in woede kon uitbarsten als hij weer een apparaatje van Samsung, Sony of Motorola in handen kreeg waar zijn technologie in was verwerkt – vanzelfsprekend zonder dat hij of een van zijn vroegere aandeelhouders er een cent voor was betaald.
Was Lernout oprecht? Waren hij en zijn partner in wezen niet anders dan bevlogen, briljante ondernemers die zich vergaloppeerden in hun streven de nummer een van de wereld te worden? Lernouts belangrijkste argument waren zijn armetierige leef- en werkomstandigheden. Hij werkte voor 1500 euro per maand op de Filippijnen als adviseur. De rest van zijn geld ging naar de schuldsanering. Zijn enige hoop was destijds dat hij met een zelf ontworpen en gefabriceerd speelgoed robotje weer opnieuw kon beginnen, een hoop die inmiddels ijdel is gebleken. Zijn huwelijk was ontbonden en van de miljarden die het bedrijf dat voor de helft zijn naam droeg ooit waard was had hij zich welgeteld eenmaal veertig miljoen Belgische frank laten uitbetalen. “Als ik bijtijds langs de kassa was gegaan en mijn aandelen had verkocht was ik nu multimiljonair geweest,” sprak hij dof.
Gelooft Bob Mendes Jo Lernout? In zijn nieuwe roman ‘Vuil Geld’ komt hij met naam en toenaam voor, en eenmaal wordt hij zelfs sprekend opgevoerd, tijdens een besloten bijeenkomst in het Antwerpse restaurant Le Bassin, aan de kaaien. Nergens beweert de schrijver dat de voormannen van L & H de hoofdschuldigen zijn, maar vrijuit gaan ze ook allerminst. Zoals zo vaak in de misdaadromans van Mendes bevinden de echte schurken zich elders. En zoals zo vaak is het eigenlijke schandaal een tweede, dat zich achter de coulissen afspeelt.
Het bankroet was een drama, voor de Belgische kleine belegger, maar ook voor de haute finance, een drama waarvan we vorig jaar de echo hoorden in dat nieuwe koningsdrama, dat rond Fortis.
Maar Jo Lernout zelf heeft altijd beweerd dat het faillissement bepaalde groepen goed uitkwam, en Mendes lijkt die bewering te hebben onderzocht, gecheckt, gedubbelcheckt (als een echte accountant) en vervolgens als centraal thema voor de plot van zijn nieuwe roman te hebben gebruikt.
Zo is ‘Vuil Geld’ een roman geworden over een in de geschiedschrijving geboekstaafd bankroet waarachter zich mogelijk of zelfs waarschijnlijk een voor de geschiedenis schimmig gebleven spionagezaak heeft afgespeeld. De spraaktechnologie van L & H was namelijk hoogst interessant voor inlichtingendiensten, terwijl er natuurlijk ook grof geld aan kon worden verdiend als je de licenties uit handen van Lernout & Hauspie kon krijgen en zelf aan fabrikanten van bijvoorbeeld mobiele telefoons of auto’s kon verkopen.
Militaire en economische spionage lopen daardoor in elkaar over, in Mendes’ roman. En omdat de directie van het bedrijf natuurlijk niet achterlijk is, heerst er een grote mate van achterdocht in de bestuurskamers. In de gebouwen waar Mendes’ hoofdpersoon, de accountant Jelle Lievens, wordt tewerkgesteld wordt getelefoneerd met beveiligde telefoons en beveiligde internetverbindingen. En toch lijkt geen enkel gesprek of emailbericht veilig voor de spionagesatellieten hoog in de lucht en luisterende oren binnenshuis. Russen, Duitsers, Amerikanen, Chinezen – elk land lijkt ‘zijn’ mannetje bij L & H te hebben geposteerd. Jelle Lievens is door het Belgische detectivebureau Secubel bij L & H binnengesluisd om het werk van de huisaccountant KPMG te controleren. Secubel werkt naar eigen zeggen weer samen met de Staatsveiligheid, die bang is dat vreemde mogendheden de hand willen leggen op de spraaktechnologie. Maar zoals dat hoort in een misdaadroman is niets wat het lijkt. “Wie zal de bewakers bewaken?” luidt een oud Latijns gezegde. Jelle Lievens is één van die bewakers van bewakers, maar voor wie bewaakt hij eigenlijk wat? En wie waakt over hem?
Ik ga u vanzelfsprekend de plot van ‘Vuil Geld’ niet uit de doeken doen. Dat mag u zelf ontdekken tijdens het lezen. Als u aan het boek begint beseft u snel genoeg dat personages als Jelle Lievens, Bert Leyens en Giovanni Sposato ontsproten zijn aan de verbeelding van Bob Mendes. Maar de types waarop ze gebaseerd zijn, zijn geen hersenspinsels, en de kans dat één of meer van hen in de Languichvalley heeft rondgelopen is reëel. De omzetcijfers van L & H mochten opgeblazen zijn, de waarde van hun spraaktechnologie was wel degelijk fenomenaal hoog. De ironie van Jo Lernout en Pol Hauspie is dat ze kunnen zijn afgeluisterd met behulp van hun eigen vertaalprogramma’s, misschien door een militaire inlichtingendienst maar waarschijnlijker door een commerciële.
Over economische spionage is veel minder geschreven dan over politieke, maar de ironie is weer dat er veel meer economische spionage plaatsvindt dan militaire. In een werk als ‘De concurrentie spioneert’ bijvoorbeeld kun je nalezen dat met name de Japanners in de zestiger en zeventiger jaren duizenden, zoniet tienduizenden landgenoten wereldwijd voor hen hadden werken. Die kleine mannen en vrouwen met hun eeuwige glimlach, was het wel altijd de kathedraal van Antwerpen die ze aan het fotograferen waren? Daar komt bij dat België van oudsher een broeinest van spionnen van alle slag is geweest. Niet alleen omdat ons land tussen de grote mogendheden lag en later de hoofdstad van de NAVO en de EU herbergde, ook omdat spionage hier tot de tweede wereldoorlog niet strafbaar was. Je werd er hoogstens de grens voor over gezet, en dat die grens zo lek is als een versleten mandje weet iedereen..
Ja, dames en heren, dit fictieve drama achter het drama van Lernout & Hauspie zou uiteindelijk wel eens minder fictief kunnen zijn dan het leest. Dat geeft een extra sfeer en een extra lading aan ‘Vuil Geld’ , want de ware toedracht van de gebeurtenissen voor en achter het faillissement zal wel nooit achterhaald worden. Ik kan alleen maar hopen dat niemand van u destijds ook zelf geld heeft verloren in het faillissement, want dan krijgt de titel van het boek een wrange bijklank. Hoewel, zelfs dan heeft u een heel klein deel van uw geld terug in de vorm van een glimp van de ware toedracht die u dat geld deed verliezen. En zo is ‘Vuil Geld’ in ieder geval nooit weggegooid geld.
>Jeroen Kuypers
|
|
|
|
|
|
|